NABV binnekort overbodig?

Status
Niet open voor verdere reacties.
Heb het eens doorgelezen, wat is precies je punt met deze uitspraak? Dat het wettelijk is vastgelegd dan een vereniging zich aan bepaalde eisen moet conformeren en dat dit niet het geval? Dat je daarmee bedoeld dat de KNSA zich bepaalde rechten toekent die in jou ogen haaks staan op het "recht"?

Ik vraag dit omdat met dit linkje jou punt mij niet helemaal duidelijk is.

Ik zie de link met de groenteboer ook eigenlijk niet zo maar goed dat ter zijde. Volgens mij heeft juist de politie in samenspraak met justitie een aantal regels opgesteld waardoor de bevoegdheden worden verlegd. Het uiteindelijke beslissingsorgaan blijft het ministerie maar het opstellen van regels verlopen (deels) via een andere organisatie, dat is toch niet gek? Dat gebeurd juist continu, denk aan het bijvoorbeeld aan het RDW, CBR, KIWA, KEMA etc etc.


Simpel, probleem was daar dus dat een private partij zich bevoegdheden toegekend had die ze niet mochten vervullen omdat dit een overheidstaak is. En dat is nu dus wederom de vraag of dit wat Nabv doet niet in strijd met onze grondwet is.

Moet je toch juist blij mee zijn dat iets als dat duidelijk word?
 
Als ik dus (zes pagina's gehakketak teruglezende) een conclusie mag trekken, dan is het enige dat jou dwarszit, dat de NABV niet dit logo voert?
3tKJlqFN.jpg


Oké, dan zijn we daar uit; dan kan ik mijn tijd weer zinvol besteden.
 
Simpel, probleem was daar dus dat een private partij zich bevoegdheden toegekend had die ze niet mochten vervullen omdat dit een overheidstaak is. En dat is nu dus wederom de vraag of dit wat Nabv doet niet in strijd met onze grondwet is.

Moet je toch juist blij mee zijn dat iets als dat duidelijk word?

Je bedoeld dat jij dit een probleem vind? Want de uitspraak stelt de klager in het ongelijk.

In deze uitspraak is iemand lid van een vereniging die niet erkent is door de wet (of door de KNSA). De KNSA is een officieel instituut en daarmee benoemd door de overheid als uitvoeringsorgaan, niks toegekende bevoegdheden.

Begrijp mij allemaal niet verkeerd, het is goed dat er een Nabv is die dit alles mogelijk maakt. Het is goed dat veel mensen zich hier thuis voelen. Enig probleem wat onder de aandacht ligt is of het gedwongen lidmaatschap wel zo'n goed idee is. Lid zijn moet op vrijwillige basis zijn en niet gedwongen. Is niets egoistisch aan maar hoe afspraken in Evtm nageleefd dienen te worden.

Gekkies moeten vervolgd vervolgd worden door politie, en daar hoort ook de controle en handhaving te liggen.

Afgifte en toekenning is gewoon overheidstaak (kom ik gelijk bij de groenteboer die dat niet heeft te bepalen) Liikt mij dat Nabv het juist toe moet juichen dat dit alles nu eens onder de aandacht van Raad van State ligt lijkt mij? Hoe kan je straks beter over recht spreken als dat de rol die ze vervullen juist is.

Lid zijn is op vrijwillige basis alleen gaat dit niet zonder vergoeding, dat jij dat als gijzeling van gelden ziet is echt jou probleem. Ik ben benieuwd of je ergens een lidmaatschap kan vinden dat geen geld kost.. Het hebben en/of uitvoeren van de sport gaat eenmaal niet zonder lidmaatschap. Net zoals je niet kan autorijden zonder CBR/RDW, zoals je niet kan racen op circuits/off rondritten zonder KNMV en ga zo maar door,

en zelfs een WA verzekering is verplicht... ik moet toch zelf weten of ik dat wil? Ik kom bijvoorbeeld de deur niet uit en kom nooit iemand tegen en toch moet ik een WA verzekering, ga je die ook lopen bashen?

Ik zal je nog eens een geweldig voorbeeld geven, KIWA (specifiek BRL) certificering is geen overheid en zeker geen wet want het zijn richtlijnen. Toch zegt de overheid dat je er aan moet voldoen. De KIWA verdient bakken met geld (150 euro per uur voor een bezoekje) en is een private onderneming, men noemt dit ook wel pseudo wetgeving.

Wat nou, stel je gewoon eens voor dat niet alleen dit hele kleine dingetje van de NABV bij de overheid komt te liggen en alle afgiftes en toekenningen bij een minsterie komt, wie gaat dat dan betalen? Als van die 50.000 airsofters de taken bij de overheid komen dan draaien er dik 18 miljoen mensen voor op. En dat is niet heel erg maar wat nou als dit met elke organisatie gebeurd (want je kan dit nu eenmaal heel gemakkelijk aan elke private onderneming relateren die soortgelijke praktijken er op nahoudt) hoeveel kosten zadel je dan de samenleving er mee op?

Ik denk dat je als airsofter in je handjes mag wrijven hoe dit dan ook geregeld is voor 72 euro. Even ter vergelijk de hierboven genoemde KIWA en de KNMV waar je 350 euro kan neerleggen voor een licentie waar nog eens 50 euro dag kosten bij komen kijken.

Ik steek hierbij hand in eigen boezem en wens je veel plezier bij de uitspraak.
 
  • Leuk
Waarderingen: Yair en victor
Als ik dus (zes pagina's gehakketak teruglezende) een conclusie mag trekken, dan is het enige dat jou dwarszit, dat de NABV niet dit logo voert?
3tKJlqFN.jpg


Oké, dan zijn we daar uit; dan kan ik mijn tijd weer zinvol besteden.


En zich als dusdanig opstelt, komt het in simpele uitleg wel beetje op neer. Zit mij niet dwars maar ik vind het wel zeer nobel dat iemand dat ter discussie stelt. En eigenlijk zou iedereen daar blij om moeten zijn omdat het duidelijkheid in regelgeving geeft.
 
Je bedoeld dat jij dit een probleem vind? Want de uitspraak stelt de klager in het ongelijk.

In deze uitspraak is iemand lid van een vereniging die niet erkent is door de wet (of door de KNSA). De KNSA is een officieel instituut en daarmee benoemd door de overheid als uitvoeringsorgaan, niks toegekende bevoegdheden.



Lid zijn is op vrijwillige basis alleen gaat dit niet zonder vergoeding, dat jij dat als gijzeling van gelden ziet is echt jou probleem. Ik ben benieuwd of je ergens een lidmaatschap kan vinden dat geen geld kost.. Het hebben en/of uitvoeren van de sport gaat eenmaal niet zonder lidmaatschap. Net zoals je niet kan autorijden zonder CBR/RDW, zoals je niet kan racen op circuits/off rondritten zonder KNMV en ga zo maar door,

en zelfs een WA verzekering is verplicht... ik moet toch zelf weten of ik dat wil? Ik kom bijvoorbeeld de deur niet uit en kom nooit iemand tegen en toch moet ik een WA verzekering, ga je die ook lopen bashen?

Ik zal je nog eens een geweldig voorbeeld geven, KIWA (specifiek BRL) certificering is geen overheid en zeker geen wet want het zijn richtlijnen. Toch zegt de overheid dat je er aan moet voldoen. De KIWA verdient bakken met geld (150 euro per uur voor een bezoekje) en is een private onderneming, men noemt dit ook wel pseudo wetgeving.

Wat nou, stel je gewoon eens voor dat niet alleen dit hele kleine dingetje van de NABV bij de overheid komt te liggen en alle afgiftes en toekenningen bij een minsterie komt, wie gaat dat dan betalen? Als van die 50.000 airsofters de taken bij de overheid komen dan draaien er dik 18 miljoen mensen voor op. En dat is niet heel erg maar wat nou als dit met elke organisatie gebeurd (want je kan dit nu eenmaal heel gemakkelijk aan elke private onderneming relateren die soortgelijke praktijken er op nahoudt) hoeveel kosten zadel je dan de samenleving er mee op?

Ik denk dat je als airsofter in je handjes mag wrijven hoe dit dan ook geregeld is voor 72 euro. Even ter vergelijk de hierboven genoemde KIWA en de KNMV waar je 350 euro kan neerleggen voor een licentie waar nog eens 50 euro dag kosten bij komen kijken.

Ik steek hierbij hand in eigen boezem en wens je veel plezier bij de uitspraak.


Het lidmaatschap is een voorwaarde om airsoft te mogen bezitten, en dus niet vrijwillig maar verplichting.
Dus verplicht lidmaatschap bij een private organisatie om ontheffing van overheid te krijgen.

Verdiep je even in de uitspraak van Raad van State waar ik linkje van geplaatst heb.
 
@Mistacal Het vereiste van het mogen bezitten van een vuurwapen is het hebben van een wapenverlof (nadat je eerst de VOG periode hebt gehad).
Als je dit verlof hebt moet je schietbeurten halen om je verlof geldig te houden. Punt, klaar. Zo is de wet, niks verplicht lid zijn van een vereniging.
Alleen om die schietbeurten te behalen kun je telkens een schietbaan afhuren, of je wordt lid van een vereniging.
1) baan afhuren kost veel geld maar je bent niet lid van een vereniging
2) lid worden van een vereniging bespaart geld. De rechter heeft een uitspraak gedaan waarin hij aangeeft dat een schietvereniging niet verplicht lid hoeft/moet zijn van de KNSA. Hierdoor is de KNSA verplichting komen te vervallen.

Dus als vuurwapenschutter ben je niet verplicht om lid te zijn van een vereniging en ook niet verplicht om lid te zijn van de KNSA(particulier of via je vereniging).

Ook bij de vuurwapen verzamelaars heeft de rechter uitspraak gedaan. Ook hier geeft de rechter aan dat de verzamelaar niet verplicht is tot het lid zijn van een vereniging.

Ik kan bij een judo school mijzelf aansluiten en niet lid zijn van de JBN(Judo Bond Nederland). Maar dus ook vuurwapens verzamelen zonder lid te zijn van een vereniging.
De JBN organiseert toernooien waar je als JBN lid aan kan deelnemen. Als niet lid kun je dan daar niet aan deelnemen maar wel aan de toernooien van judo scholen onderling (lees NABV organiseert toernooien(waarschijnlijk alleen IAPS) en alleen NABV leden kunnen daar aan mee doen. Organisatoren houden ook toernooien/skirms en daar mag men ook zonder NABV aan mee doen).

Onze zuiderburen zijn een mooi voorbeeld. Daar hebben de de AAB. Hier kan men geheel vrijwillig lid van worden. Maar deze zet zich in voor de airsoft sport en behartigt hun belangen.
Sommige organisaties zijn bij hun aangesloten en AAB leden kunnen bij hun met korting spelen. Een mooi systeem met de vrijheid voor de airsofter.
Dus ook de NABV kan gewoon blijven bestaan en de belangen blijven behartigen als het lidmaatschap niet meer verplicht is. Ze kunnen dan nog steeds overleg hebben met de overheid. Alleen weet ik niet of het verenigingsbureau nog betaalde banen blijft houden of dat ze dit vrijwilligerswerk moeten maken. Ligt er maar net aan hoeveel er gespaard is.

Ik wil in iedergeval niet lid zijn van een vereniging die:
- Mij beperkingen oplegd (beperken van 40mm patronen, minder toestaan dan dat door de overheid is aangegeven wat toegestaan is. Dit weet ik omdat ik dit onderzoek zelf gedaan heb en het ook ter kennisgeving aan de NABV heb gedeeld zodat zij het openbaar konden maken. Helaas is dit dus met beperkingen gebeurd).
- Die zich meer inzet voor IPAS dan voor de re-enactor;
- Die steeds meer naast zijn schoenen loopt;
- Die zaken doet met een partij waarvan ze wisten dat hij zich bezig hield met illegale zaken.
@MauriceV92 misschien eens tijd om dit na te vragen bij de LR vergadering aan het bestuur. Icarus weet hier ook wel van aangezien hij zelf in de RB aanwezig was.
 
  • Leuk
Waarderingen: QuickFix en Crix
@Toothpick dank voor deze uitleg en dan vooral de verwijzing naar de uitspraak.

De inhoudelijke materie gaat mij iets te ver om dit goed te kunnen koppelen maar ik zie deze zaak wel als uniek gezien de situatie van de eisers. Ik denk niet dat je hier 1 op 1 als willekeurige verzamelaar op kan leunen. Het redelijke belang is in deze casus wel degelijk aangetoond en is aan vele voorwaarden voldaan. Toch zie ik inderdaad dat er bij punt 13 hier duidelijk wordt aangegeven dat lidmaatschap geen grond kan zijn voor uitsluitsel voor het redelijke belang.

Wat dan wel gek is dat er geen wijziging is geweest in de 2019 versie na aanleiding van deze uitspraak. Zou het dan een kwestie van tijd zijn voor dat de CWM onder WWM komt te vallen waarbij de KNSA als ZBO gaat handhaven?

Goed en wel, nogmaals dank voor de verheldering, zo kan het dus ook.
 
Ik ben even zo vrij het verschil tussen onze zienswijzen te schetsen.

Jij ziet de NABV als een noodzakelijk "kwaad", ik als een welkome toevoeging.
Jij ziet de NABV niet als noodzaak, ik zie dat wel zo.
Jij "voelt" niets bij de NABV, ik aanschouw de NABV als leuk stel mensen welke ook nog eens wat leuke trainingen voor mij organiseren.
Jij kijkt naar jouw eigen positie als bezitter, ik kijk naar mijn positie als airsofter in een land als Nederland.

Ik wil hiermee schetsen dat (en dit bedoel ik niet zo negatief als dat het klinkt) jouw visie op deze casuïstiek heel egoïstisch en wellicht egocentrisch is. Het gaat om het feit dat jij niet wilt betalen aan de NABV zodat jij, in jouw huis, jouw eigen AA mag hebben.
En nogmaals, dit bedoel ik niet als iets slechts / nadeligs etc.
Ik wil in deze situatie echt aandacht vragen voor een land als Nederland, waarbij (vuur)wapens niet okee zijn. Dit is geen Amerika.
Denk eens aan het grotere plaatje! Ik ben blij dat de NABV een kader heeft geschetst waarin wij als airsofter kunnen opereren.
Ik ben blij dat er controle is en gekkies niet mijn mooie sport af kunnen nemen. Daar staat airsoft en het kader te sterk voor.
Ik betaal daarom met liefde mijn contributie.

Dus niet zo bitchen op de NABV, ik dank ze want ik durf ervoor in te staan dat mannen als Icarus (Jurist van de NABV) airsoft in Nederland mogelik hebben gemaakt.

Helemaal mee eens!!!!!
 
Helemaal mee eens!!!!!

Jammer dat je de materie niet begrijpt waar het hier om gaat.

Als bovengenoemde op vrijwillige basis zou zijn om airsoft te mogen bezitten was ik het daar ook gewoon mee eens hoor. Maar daar gaat het dus niet om.
 
Volgens eerdere berichtgeving zou gister de uitspraak zijn. Tenzij er meer tijd nodig zou zijn.
Mag ik er stilletjes vanuit gaan dat de uitspraak uitgesteld is??
 
Jammer dat je de materie niet begrijpt waar het hier om gaat.

Als bovengenoemde op vrijwillige basis zou zijn om airsoft te mogen bezitten was ik het daar ook gewoon mee eens hoor. Maar daar gaat het dus niet om.

Tja, als jij dat denkt.
Andere meningen doen bij jou niet toe, maar dit is mijn mening...vrijheid van meningsuiting:)
 
Dat blijkt helaas ook al uit je laatste antwoord. Vrijheid van meningsuiting vind je belangrijk maar andere rechten vastgelegd in grondwet boeien je niet. En dat is nu net waar de hele rechtszaak om is.

@Sander: Uitspraak is met 6 weken verdaagd hoorde vandaag.
 
  • Leuk
Waarderingen: Trooper
Zoals ik al aangaf uitspraak net voor de kerst uitspraak.

buddy-the-elf-kryptik-its-a-christmas-miracle

its-a-christmas-miracle.jpg



Die jurisprudentie gaat over Cat III wapens (wettelijk de bevoegdheid van de Korpschef) airsoft valt onder Cat I (wettelijk de bevoegdheid van de Minister van J&V).

Voor schietensport en verzamelen moet je nu dus ook gewoon lid zijn van een door de minister erkende vereniging. De aangehaalde jurisprudentie is dus achterhaald na de recente wetswijziging.

Art 6B WWM
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ontheffingen op grond van artikel 4 en verloven op grond van de artikelen 28, 29 en 32 worden aangewezen die, onverminderd het bepaalde in de artikelen 6, 6a en 7, worden geweigerd indien de aanvrager geen bewijs van lidmaatschap overlegt van een door Onze Minister erkende vereniging.
 
Laatst bewerkt:
"Voor schietensport en verzamelen moet je nu dus ook gewoon lid zijn van een door de minister erkende vereniging"

Hoe kom je bij bovenstaande onzin?
 
Mijn bovenstaande reactie moet wel wat beter toelichten aar de wet is voor wat betreft het lidmaatschap voor verloven en ontheffingen. Bij verlenging zou dit dus aan de orde zijn, maar het kan wel zo zijn dat er later diverse overgangsregelingen worden getroffen. Voor vrijstellingen is het allemaal niet zo spannend want dat was wettelijk al (uitsluitend) een directe bevoegdheid van Onze Minister.
[Ik heb het besluit wat moeten editen vanwege de omvang]




Besluit wapens en munitie
Geldend van 23-07-2019 t/m heden

Besluit van 15 juli 2019 ter implementatie van de Richtlijn (EU) 2017/853 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PbEU 2017, L 137/22) (Besluit wapens en munitie)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister Justitie en Veiligheid van 14 mei 2019, nr. 2594027,

Gelet op de artikelen 4, vierde lid, 6b, eerste en tweede lid, 9a, tweede lid, 28, tweede lid, 32a, vijfde lid, en 35, tweede lid, van de Wet wapens en munitie;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 juni 2019, nr.W16.19.0122/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 9 juli 2019, nr.2628415;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1.

Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Erkenning als museum
  • 1Onze Minister erkent een museum in de zin van artikel 4, derde lid, van de wet slechts indien:
    • a.sprake is van een instelling met rechtspersoonlijkheid, die voorwerpen verwerft, bewaart, onderzoekt en tentoonstelt voor historische, culturele, wetenschappelijke, technische, educatieve of amusementsdoeleinden of uit erfgoedoverwegingen en waarvan uit de statuten blijkt dat zij ten dienste staat van de samenleving en de ontwikkeling daarvan;

    • b.de ruimte waarin de instelling voorwerpen tentoon stelt geschikt is om publiek te ontvangen en in elk geval beschikt over een eigen ingang en een beveiligingssysteem gericht op het voorkomen van ongeoorloofde toegang tot de tentoongestelde voorwerpen, en

    • c.de instelling ten minste acht uur per week toegankelijk is voor publiek gedurende vaste openingstijden, behoudens vakantiesluiting of uitzonderlijke sluiting als gevolg van een gegronde reden. Indien de instelling minder dan 16 uur per week voor het publiek toegankelijk is, dient tevens de mogelijkheid te worden geboden om de tentoon gestelde voorwerpen op afspraak te bezichtigen.
  • 2In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, erkent Onze Minister een instelling niet als museum als deze enkel amusementsdoeleinden dient.
  • 3Bij de erkenning kunnen aan het aantal te bewaren of tentoon te stellen wapens beperkingen worden gesteld.
  • 4De erkenning heeft een maximale geldigheidsduur van vijf jaar.
Artikel 3. Erkenning als verzamelaar
  • 1Onze Minister erkent een verzamelaar in de zin van artikel 4, derde lid, van de wet slechts indien de aanvrager zich bezighoudt met het verzamelen van wapens, essentiële onderdelen of munitie voor historische, culturele, wetenschappelijke, technische of educatieve doeleinden of uit erfgoedoverwegingen.
  • 2Dat sprake is van verzamelen voor de in het eerste lid genoemde doeleinden blijkt uit een verzamelplan dat is goedgekeurd door een vereniging van wapenverzamelaars die door Onze Minister is erkend als een vereniging die tot statutair doel heeft de doeleinden, als bedoeld in het eerste lid, te dienen.
  • 3De erkenning, bedoeld in het eerste lid, heeft een maximale geldigheidsduur van vijf jaar.
  • 4De erkende verzamelaar die een verzameling houdt waarin vuurwapens als bedoeld in categorie A in bijlage I van de Richtlijn zijn opgenomen, houdt hiervan een register bij dat hij overlegt aan de korpschef. De verzamelaar geeft een wijziging in het register onverwijld door aan de korpschef.
Artikel 4. Verplicht lidmaatschap erkende vereniging
  • Een verlof op grond van artikel 28 van de wet voor het voorhanden hebben van een vuurwapen opgenomen in categorie A, onderdelen 6 of 7, in bijlage I van de Richtlijn, wordt in ieder geval geweigerd indien de aanvrager geen bewijs van lidmaatschap overlegt van een erkende vereniging.
[....................................................................................................................................................................................................................................................................]
Artikel 7. Redelijk belang

  • 1Voor een verlof op grond van artikel 28 van de wet waarvoor op grond van artikel 4 van dit besluit een verplicht lidmaatschap van een erkende vereniging geldt, heeft de aanvrager slechts een redelijk belang in de zin artikel 28 van de wet als hij aantoont dat hij in de twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag minimaal 18 schietbeurten heeft verricht bij een erkende vereniging met een wapen dat voldoet aan de specificaties die vereist zijn voor een erkende of gereglementeerde schietsportdiscipline als bedoeld in artikel 6b, tweede lid, onderdeel b, van de wet.
    [........................................................................................................................................................................................................]
Artikel 9. Overgangsrecht erkenning musea en verzamelaars
  • Ontheffingen die op grond van artikel 4 van de wet aan musea en verzamelaars zijn verleend voordat dit besluit in werking is getreden gelden, voor de nog lopende geldigheidsduur van deze ontheffing, als een erkenning in de zin van artikel 2 respectievelijk artikel 3 van dit besluit.

Artikel 10. Inwerkingtreding
  • Indien het bij koninklijke boodschap van 29 juni 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet wapens en munitie in verband met de Richtlijn (EU) 2017/853 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PbEU 2017, L 137/22) (34 984) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel 11
  • Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit wapens en munitie.


Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.



’s-Gravenhage, 15 juli 2019

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 2019
De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus
 
Denk dat je bepaalde dingen gemist hebt:



maintiendrai-grijs.png

Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie Organisatie Jaargang en nummer Rubriek Datum ondertekening
27-08-2019 09:00 Ministerie van Justitie en Veiligheid Staatscourant 2019, 47790 Besluiten van algemene strekking 21-08-2019
Acties[/paste:font]
Authentieke versie (PDF) Informatie over publicatie Delen
Inhoudsopgave
Geconsolideerde regelgeving
Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 21 augustus 2019, nr. 2655834, houdende de erkenning van schietverenigingen
De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 6b van de Wet wapens en munitie;

Besluit:

Artikel 1
Onder de voorwaarden bedoeld in artikel 2 worden de schietverenigingen erkend als schietvereniging in de zin van artikel 6b van de Wet wapens en munitie, die

  • a.schietsportdisciplines voor vuurwapens als bedoeld in categorie A, onderdelen 6 of 7, in bijlage I van de Richtlijn aanbieden, en

  • b.op de datum van inwerkingtreding van dit besluit beschikken over een geldig certificaat als bedoeld in artikel 43b, eerste lid, van de Regeling wapens en munitie.
Artikel 2
  • 1.De schietvereniging bedoeld in artikel 1 overlegt binnen drie maanden na datum van inwerkingtreding van dit besluit aan Onze Minister:
    • a.een afschrift van een geldig certificaat als bedoeld in artikel 43b, eerste lid, van de Regeling wapens en munitie, en

    • b.een verklaring van het bestuur van de vereniging dat zij geen kennis draagt van vrees voor misbruik van wapens of munitie door de vereniging of zijn leden.
  • 2.Indien een schietvereniging niet beschikt over het in het eerste lid, onder a, bedoelde certificaat, overlegt de schietvereniging in plaats daarvan daarmee gelijk te stellen documentatie. Zulks ter beoordeling aan Onze Minister.

  • 3.De erkenning vervalt indien niet binnen drie maanden na inwerkingtreding van dit besluit wordt voldaan aan de voorwaarden uit het eerste lid.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 23 juli 2019.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 augustus 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING
Algemeen
Met dit besluit worden schietverenigingen erkend conform artikel 6b van de Wet wapens en munitie.

In artikel 6b van de Wet wapens en munitie (Wwm) is de grondslag opgenomen voor artikel 4 Besluit wapens en munitie (Bwm), waarin de vergunningverlening voor het bezit van bepaalde vuurwapens afhankelijk is gesteld van het lidmaatschap van een door de Minister van Justitie en Veiligheid te erkennen vereniging. In artikel 6b van de Wwm en artikel 5 van het Bwm is bepaald aan welke eisen de vereniging moet voldoen om voor erkenning door de minister in aanmerking te kunnen komen.

Tot slot bepaalt het derde lid van artikel 6b Wwm dat Onze Minister de erkenning weigert indien reden is om te vrezen dat door de vereniging of haar leden misbruik wordt of zal worden gemaakt van wapens of munitie zoals bedoeld in artikel 7, onderdeel d Wwm.

Zoals reeds aangekondigd in de Memorie van Toelichting bij de wijziging van de Wet wapens en munitie in verband met de implementatie van de Europese Vuurwapenrichtlijn, wordt voor de erkenning van de schietverenigingen door de Minister aangesloten bij bestaande afspraken rond de certificering van verenigingen. Voor de betreffende schietverenigingen is het beschikken over een certificering door de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) conform artikel 43b van de Rwm, reden om aan te nemen dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan.

Artikelsgewijs
Artikel 1
Artikel 4 van het Bwm is bepaald dat een verlof op grond van artikel 28 van de Wwm voor het voorhanden hebben van een vuurwapen opgenomen in categorie A, onderdelen 6 of 7, in bijlage I van de Richtlijn, in ieder geval wordt geweigerd indien de aanvrager geen bewijs van lidmaatschap overlegt van een erkende vereniging. Dit betreft automatische vuurwapens die zijn omgebouwd tot semiautomatische vuurwapens en – kort gezegd – semiautomatische vuurwapens met centrale ontsteking en grote magazijnen. Dit besluit ziet daarom op de erkenning van verenigingen die schietdisciplines aanbieden waarbij met dergelijke vuurwapens geschoten wordt.

De KNSA toetst voor de uitvoering van artikel 43b Rwm de schietvereniging ter certificering onder andere aan de volgende voorwaarden:

  • 1.De vereniging heeft volledige rechtsbevoegdheid en is ingeschreven in het handelsregister.

  • 2.Het doel (of in voorkomende gevallen een doel) van de vereniging is om haar leden in staat te stellen de schietsport te laten beoefenen, zoals omschreven in hoofdstuk B/2 van de Circulaire wapens en munitie.

  • 3.De vereniging ziet er op toe dat alvorens een lidmaatschap aan een toekomstig lid van de vereniging wordt verleend:
    • a.een recente verklaring omtrent het gedrag door het lid is overgelegd;

    • b.de motieven voor het lidmaatschap van het lid zijn getoetst;

    • c.er, voor zover de toetsing hiervan binnen de mogelijkheden van de vereniging ligt, van het lid geen psychische omstandigheden bekend zijn die aan het veilig beoefenen van de schietsport in de weg kunnen staan en het van het lid niet bekend is dat het in criminele kringen verkeert.
  • 4.De vereniging heeft regels gesteld waarin wordt gewaarborgd dat, voor zover dat in de mogelijkheden van de vereniging ligt, leden, waarvan bij het bestuur van de vereniging bekend is dat er tegen hen vrees voor misbruik bestaat dan wel waarvan het bestuur van de vereniging vermoedt dat zij door psychische omstandigheden of andere omstandigheden niet langer de schietsport veilig kunnen beoefenen, niet in de gelegenheid worden gesteld de schietsport binnen de vereniging te beoefenen.

  • 5.De vereniging houdt zich stipt aan alle op haar van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en er zorg voor draagt dat de schietlocatie waar zij schiet aan alle wettelijke vereisten voldoet.
Van verenigingen die over een door de KNSA op grond van artikel 43b Rwm afgegeven certificering beschikken, kan daarom worden aangenomen dat zij voldoen aan de in artikel 6b, tweede lid Wwm en artikel 5 Bwm gestelde eisen. Om die reden worden met de inwerkingtreding van dit besluit die verenigingen erkend die over de genoemde certificering beschikken, onder de voorwaarden uit artikel 2.

Artikel 2, eerste lid
Certificering

Om te controleren of een schietvereniging daadwerkelijk over de vereiste certificering beschikt, overleggen zij binnen drie maanden na datum van in werking treding van dit besluit een kopie van de geldende certificering bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid houdt een register bij van de erkende schietverenigingen, zodat te allen tijde een actueel register beschikbaar is. Het afschrift wordt, samen met de hieronder bedoelde verklaring van het bestuur verzonden aan: per post naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag; per e-mail aan erkenningschietsportvereniging@minjenv.nl.

De KNSA stelt de Minister in kennis van verenigingen die gecertificeerd worden of waarvan de certificering is ingetrokken of verlopen.

Vrees voor misbruik

Het derde lid van artikel 6b Wwm bepaalt dat Onze Minister de erkenning weigert indien er reden is om te vrezen dat door de vereniging of haar leden misbruik wordt of zal worden gemaakt. Onderdeel van de certificering door de KNSA is dat geëist wordt dat de vereniging regels heeft gesteld waarin wordt gewaarborgd dat, voor zover dat in de mogelijkheden van de vereniging ligt, leden, waarvan bij het bestuur van de vereniging bekend is dat er tegen hen vrees voor misbruik bestaat dan wel waarvan het bestuur van de vereniging vermoedt dat zij door psychische omstandigheden of andere omstandigheden niet langer de schietsport veilig kunnen beoefenen, niet in staat worden gesteld de schietsport binnen de vereniging te beoefenen. Onder andere omstandigheden wordt in ieder geval verstaan het vermoeden dat een lid in criminele kringen verkeert of daarmee banden onderhoudt.

Om erkend te kunnen worden wordt om die reden van het bestuur van de schietvereniging gevraagd een verklaring te overleggen dat hen geen feiten en omstandigheden bekend zijn dat ten aanzien van de schietvereniging of haar leden sprake is van vrees van misbruik. Dit zou immers moeten leiden tot de weigering van de erkenning.

Artikel 2, tweede lid
Voor schietverenigingen die niet over de vereiste certificering (kunnen) beschikken is in het tweede lid van artikel 2 de mogelijkheid opgenomen met een aan deze certificering vergelijkbare documentatie aan te tonen dat zij voldoen aan de in artikel 6b Wwm en artikel 5 Bwm gestelde eisen, de minister zal mede op basis hiervan beoordelen of de schietvereniging voor erkenning in aanmerking komt. Indien nodig zal hij hiervoor advies vragen aan bijvoorbeeld de KNSA.

Artikel 2, derde lid
Als niet binnen drie maanden na datum van inwerkingtreding van dit besluit aan de in artikel 2, eerste lid genoemde voorwaarden wordt voldaan, vervalt de erkenning. Consequentie van het vervallen van de erkenning is dat een lidmaatschap van deze vereniging niet langer een redelijk belang op kan leveren om in aanmerking te kunnen komen voor een wapenverlof op grond van artikel 28 Wwm jo. artikel 4 van het Bwm.

De Minister van Justitie en Veiligheid,F.B.J. Grapperhaus
 
Onder een anonieme username, zonder een glimp van identiteit te laten zien een juridisch steekspel uitvechten op een forum.
Echt een klasse actie...
Dit gaat helemaal niet om je gelijk halen of echt iets betekenen voor Airsoftend Nederland.
Als je dat had gedaan had je mij of de andere collega's van de ledenraad wel eens benaderd.
Maar laat ik die uitnodiging bij deze doen.

Trouwens:
Klasse van Icarus dat hij keer op keer blijft reageren / verantwoorden.
 
  • Leuk
Waarderingen: Crix
@O.02joules zou je voor de leken, waaronder ik, onders de betreffende zinnen dik gedrukt maken? Ik kan er weinig van maken namelijk
 
Status
Niet open voor verdere reacties.